Stijn Engelen
''Tom, het spijt ons''
Ik ben opgegroeid in armoede. ''Pieter Weening in de kopgroep!'' of ''Robert Gesink kan het wiel houden!'' luidde de stem van José de Cauwer om die kleine groep Hollanders tevreden te stellen. Zelfs overwinningen van Spaanse Rabobank renners Flecha en Freire werden als 'Nederlands succes' bestempeld. Dat wás het Nederlandse wielrennen.
En daar was Dumoulin, ónze Tom. La Vuelta 2015 etappe 9 om precies te zijn. Op de flanken van de Cumbre del Sol deed hij mee met de absolute top. Hij reed ze zelfs kapot. Alejandro 'El Imbatido' Valverde, toen nog een jong talent. Chris Froome, de meedogenloze koffiemolen met 2 gele truien op zak. De Colombiaanse berggeiten Esteban Chaves en Nairo Quintana. Allemaal moesten ze toekijken hoe dat prachtige Nederlandse kontje steeds verder wegreed, óns Nederlandse kontje. Froome was helemaal van het padje toen hij dat Nederlandse monster voorbij zag sjezen, Miguel Indurain herboren.

En toen kwam de Giro van 2017. Drie grote kandidaten voor de eindoverwinning. Nibali, Quintana en Dumoulin. Een Italiaan, Een Colombiaan en een Limburger. Je won de Giro d'Italia, maar het was vooral de manier waarop je het deed. Met een glimlach op je gezicht. Vol emotie ging je een interview in, goudeerlijk in vergelijking tot de twee robots Quintana en Nibali. Het was Tom tegen de rest. Een levensloze Colombiaan. Een arrogante Italiaan. Een gebochelde Rus. Zelfs Bauke Mollema en je eigen darmen trokken hun eigen plan. En toch nam je die roze trui mee naar Maastricht. Ik heb met eigen ogen mogen zien hoe je op de Markt van Maastricht werd gefeliciteerd door twee oude mannetjes. Jan nog iets en Joop wie? Niemand had een idee wie ze waren, alles draaide om Tom Dumoulin, ónze Tom Dumoulin.
2018. Een tweede plek in zowel de Giro als de Tour de France. Een paar jaar geleden durfden we daar nog niet eens van te dromen. Nu was het 'een minder jaar voor Tom Dumoulin'. Je moest zomaar even die tweede Grand Tour titel op je naam gaan schrijven. Nederland hield er geen rekening mee dat wielrennen geen gewone sport is. Je moet elke dag de benen hebben om 6 uur lang het uiterste te kunnen geven, en hoe goed je benen ook waren, ze waren niet goed genoeg voor ons. Je werd een gans die gouden eieren moest gaan leggen, ónze gans met de gouden eieren. We konden alleen nog maar denken aan die gouden eieren, we vergaten ónze Tom.

En dan het jaar 2019, waarin de wielen niet liepen zoals ze zouden moeten lopen. Elke week verscheen er weer een kritisch stuk over de knie van Tom Dumoulin, of de onrust binnen Team Sunweb en een mogelijke overstap naar Team Jumbo-Visma. Alles werd onder een vergrootglas gelegd.
Maar laten we even stilstaan bij wat je ons hebt gegeven. Je werd de eerste Nederlandse Giro d'Italia winnaar. Je gaf een geheel nieuwe invulling aan 'de sanitaire stop'. In elke tijdrit zagen we een Oranje shirt over het wegdek knallen met een gemiddelde snelheid van minimaal 50 km/h. In elk interview zag je een goudeerlijke jongen vol van emotie. Je liet de wielerwereld zien dat Nederland er toe doet. En toch lieten wij je na al dat succes in de kou staan. Tom, het spijt ons. Het maakt niet uit hoeveel vermogen je kunt trappen, zonder ónze Tom gaat de wielerwereld er op achteruit. Weet enkel dit: wanneer je terugkeert in het peloton, over hoeveel dagen/maanden/jaren dan ook, dat Nederland er voor je zal zijn, jouw Nederland.
