top of page
  • Foto van schrijverStijn Engelen

John Tana, de nieuwe Fabrizio?

Jarenlang hebben we gehoopt op een comeback. Haast maniakaal waren we ermee bezig. We speurde op internet naar niet eerder gepubliceerde audiofragmenten, stuurde hem mails, nodigde hem uit voor een interview, bestelde zijn CD’s. We schreven zelfs een open brief naar De Limburger of hij toch niet een terugkeer kon overwegen. Maar het mocht niet baten. Fabrizio stond achter zijn keuze om zijn Italiaanse pruik aan de wilgen te hangen. “Sjiek waor miech dat” gaf hij aan in zijn afscheidsinterview met 1Limburg. Kevin Cramer, zoals zijn echte naam luidt, besloot om zich te focussen op zijn andere passie, arcade spellen. Hij opende Freeplay in Lanaken waar medeliefhebbers kunnen genieten van een avondje retrogames. Twee keer gingen we bij hem op bezoek. Het deed ons goed dat we Kevin hier gelukkig zagen. Die twinkeling in zijn ogen als hij vertelt dat hij 43 flipperkasten heeft had iets ontroerends. Maar het was vooral het gemis dat overheerste. Nooit meer 'Amore' en 'Cantare' is iets dat nog steeds diep ziet. Maar er gloort hoop. Niet vanuit de kant van deze knuffelitaliaan maar een nieuwe 'chansonnier' lijkt te zijn opgestaan. John Tana is zijn naam.


Een maand geleden verscheen het eerste meesterwerk van John Tana, ‘Foie Gras’, Een cover op Patrick Buel’s ‘Casser La Voix’. Aan de bar van bistro Bouchon d’en Face in Maastricht laat hij zich met een ‘teleur vol kouwe kak’ horen over het Bourgondisch verorberen van de ganzenlever, een delicatesse die niet bepaald op een diervriendelijke manier tot stand komt. Zijn uithalen, met op de achtergrond het arme beestje in kwestie, snijden door merg en been. In een romantische setting met een glas wijn in de rechterhand en een Marlboro sigrèt in de linkerhand valt van zijn ernstige gezicht toch het volgende af te lezen; hij meent het. De foie gras markt heeft een serieuze tik gekregen. Een creatieve chansonnier met een boodschap.

Een week later verschijnt al het volgende nummer van de Mestreechse francofiel, ‘De Garage’, over zijn criminele verleden in Marseille. Een verleden dat hij inmiddels ver achter zich heeft gelaten om dé nieuwe Maastrichtse chansonnier te worden. Een muziekfiguur waar volgens John Tana in de stad grote behoefte aan is. Helemaal mee eens. Twee jaar geleden heeft Johnny Blenco ons verlaten, Beppie zal ooit de microfoon moeten neerleggen, en Fabrieske heeft een leegte achtergelaten na zijn plotselinge exit. Maastricht verlangt weer naar een muziekicoon. Met deze cover van Gérard Lenorman’s ‘Si j’étais président’ opent hij zich naar het publiek, een icoon die zijn eigen pijnlijke verleden niet schuwt.

John Tana, volgens hemzelf een mix tussen Johnny Blenco en Tony Montana, zet door met ‘Boursin’, een chanson waar hij op ludieke wijze vertelt over zijn trieste ervaringen in de liefde, opnieuw een cover op chansonnier Gérard Lenorman. De grote vraag; hoe gaat dit succesverhaal zich voort zetten? Blijft het bij een ganzenlever, stukje kaas en een wietfabriek? Of kan John deze stijgende lijn doortrekken? En welk volgende chanson zal hij gaan ‘versjengen’? Een ode aan de Sint Servaasbrug op de klanken van Charles Aznavour? Of een liefdeslied op Jacques Brel’s ‘Ne me quitte pas’?

Het zal nog moeten blijken of John Tana het oeuvre van Fabrizio kan evenaren.


Maar als ik alvast een ding tegen hem zou mogen zeggen.


Wiezoe stoon dien leedsjes neet op Spotifaaj godmiljaar!!??

bottom of page