Stijn Engelen
De dirigent van Hoogerheide
We zijn zojuist gearriveerd. Dronken supporters, een godvergeten gehuchtje in Brabant en heel veel modder: het WK veldrijden in Hoogerheide. Waar vroeger de cross voornamelijk werd bezocht door stugge, oude mannen die urenlang discussieerden met welk buitenblad Sven Nys vandaag zou fietsen, zo is het publiek in Hoogerheide een prachtige afspiegeling van de samenleving. Man en vrouw, jong en oud, dik en dun. Iedereen wil Mathieu en Woutje zien, twee rocksterren die een uur lang elkaar het zwart voor de ogen gaan rijden.
Friso, Tim en ik proberen een goed plekje te scoren langs het parcours. “Waar gaat het gebeuren? Waar gaat Mathieu het proberen?”, vraagt Friso. “Bij de balken. Ongetwijfeld bij de balken”, antwoord ik zelfverzekerd. Ik weet het, iedereen weet het: bij de balken kan Mathieu 2 seconden pakken. Genoeg om ‘m door te trekken naar de finish. Zelfs een 8-jarig West-Vlaams jochie naast me is zeker van zijn zaak. “We moeten bij de balken staan, pap! Daar gaat het gebeuren!” Op een modderachtig heuveltje vol in de ijzige wind nemen we stelling, met zicht op het grote scherm. En natuurlijk de balken.
Mathieu van der Poel is zojuist gespot. De dirigent van Hoogerheide gaat het parcours verkennen. Vijftigduizend man laten zich horen als de 28-jarige jongen voorbijflitst. Met een nuchtere speelsheid leidt hij zijn orkest. Een wheelie hier, een sprongetje daar, nog even een versnelling. De oeh’s en aah’s vliegen door de lucht, een soort klaarkomende golf die zich langs het parcours voortbeweegt.
Om drie uur ’s middags luidt dan eindelijk het startschot. Binnen no-time zijn Mathieu en Wout al weg bij de rest. Tien rondes rijden de twee matadors in elkaars wiel, af en toe een prikje uit delen, maar nog niet de killing blow. Negen generale repetities, de dreun voor het einde bewaren.
Eén uur en vijf minuten later valt dan eindelijk de beslissing. Mathieu weet in een denderende laatste ronde Wout achter zich te laten. Zowel Nederlander als Belg valt elkaar in de armen, “Mathieuke heb het gewoon weer gedaan!” Waar wist hij Wout dan te lossen? Niet bij de balken. Natuurlijk niet bij de balken. Hij deed wat elke bezoeker, kenner en analist streng afraadde: té vroeg aangaan op de laatste strook. Alleen Mathieu kan daar mee wegkomen. Juist Mathieu kan daar mee wegkomen.
We wurmen ons een weg naar de modderpoel vóór het podium, die laatste glimp van Mathieu en Wout opvangen. Honderden smartphones vliegen de lucht in zodra Mathieu zijn beker ontvangt. Uit jaloezie bekruipt mij de vraag: kan ik niet op een of andere manier deze heldenstatus verwerven? Als ik mij nou vanaf morgen volledig toe zou leggen op bijvoorbeeld tennis (‘een sport waarin je kan excelleren’ – aldus ikzelf), dan sta ik over een paar jaar ook met een prachtige beker op een podium terwijl duizenden fans mijn naam scanderen. Een paar seconden lijkt het pad zo duidelijk. Een uur later heb ik al een McChicken-menu weggewerkt. Hap. Slik. Weg. Weg dromen van een leven als rockster.
Dan maar zoveel mogelijk genieten van die andere rockster.
Zolang het nog kan.